* Examen
PRAKTIJK / STAGE / DIPLOMA
=======================================================
Klik rechts in het menu een optie voor nog meer informatie
=======================================================
Klik hier voor volgende pagina
=======================================================
Praktijkwerkboek Beveiliging
Er zijn zes praktijkwerkboeken.
Deze boeken bestaan uit drie delen:
- Algemene opdrachten: dit zijn oriënterende opdrachten die bij passen in het begin van de BPV-periode.
- Contextopdrachten: de aspirant voert de opdrachten uit die horen bij een bepaalde bedrijfscontext, zoals objectbeveiliging of winkelsurveillance. Er zijn zes varianten.
- Logboek: de aspirant noteert dagelijks welke werkzaamheden hij heeft uitgevoerd
Bestellen praktijkwerkboek door onderwijsinstellingen
Vul het Bestelformulier praktijkboeken op de site in. Geef aan hoeveel boeken per context nodig zijn. Bestel gericht en bestel niet meer boeken dan nodig. De aspirant-beveiligers ontvangen het praktijkwerkboek via de onderwijsinstelling
Bestellen praktijkwerkboek door Praktijkopleiders
Vul het Bestelformulier praktijkboeken op de site in. Deelnemers aan de training 'Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk - beveiliging' van ECABO, ontvangen een samenvatting van de boeken tijdens de training.
Update praktijkwerkboeken
De zes praktijkwerkboeken zijn op basis van ervaringen in de praktijk aangepast. Zij hebben het versienummer 1.2 gekregen. Boeken met versienummer 1.1 en 1.0 kunt u nog gewoon gebruiken. De handleidingen zijn ook aangepast. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
Gebruikers versie 1.1 en 1.0
Gebruikers van versie 1.1 en 1.0 kunnen de wijzingen overnemen. Dit hoeft niet. Twee zaken zijn verplicht voor beide versies: de praktijkbeoordeling moet bij iedere opdracht twee keer worden uitgevoerd met een reële periode tussen beide beoordelingen.
Daarnaast moet heteen ‘verklaring van de praktijkopleider en de onderwijsinstelling’ worden opgenomen in het praktijkwerkboek. Gebruikers met versie 1.1 en 1.0 kunnen dat formulier hieronder downloaden en in de map stoppen. Bij versie 1.2 zit het formulier al in het prakijkwerkboek.
Let op! Per 1 augustus 2012 moet er een getekende ‘verklaring van de praktijkopleider en de onderwijsinstelling’ in het praktijkwerkboek aanwezig zijn.
Downloaden 'verklaring van de praktijkopleider en de onderwijsinstelling’
Voor praktijkwerkboeken van versie 1.1 en lager moet u onderstaand formulier gebruiken en toevoegen aan uw praktijkwerkboek.
Verklaring van de praktijkopleider en de onderwijsinstelling (pdf)
Downloaden Praktijkwerkboek
Er zijn zes mogelijkheden:
- Objectbeveiliging
- Mobiele surveillance
- Winkelsurveillance
- Detentietoezicht
- Geld- en waardetransport
- Luchthavenbeveiliging
- Handleiding Praktijkopleider
Voortgang aspirant bewaken met PPM
Praktijkopleiders kunnen met het digitale hulpmiddel de Praktijk Performance Monitor (PPM) de voortgang van de aspiranten bewaken. Klik hier om de PPM uit te proberen.
Examinering
De SVPB heeft een brochure die 'Inzicht in examens Beveiliger' heet. Hierin wordt uitgelegd hoe de examinering Beveiliger Nieuw eruit ziet. De Exameneisen Beveiliger Nieuw kunt u ook op de site van de SVPB vinden.
Let op: deelnemers die ingeschreven staan op het crebo 10876 (eindtermen) en die het nieuwe praktijkwerkboek uitwerken, volgen gewoon het examenprogramma Beveiliger en niet het examenprogramma Beveiliger Nieuw.
Deze kandidaten nemen echter een uitgewerkt nieuw praktijkwerkboek mee naar het examen en niet het portfolio.
Handige tips Praktijk werkboek Object beveiliger:
- Vermeld duidelijk om welk hoofdstuk het gaat.
- Vermeld duidelijk het nummer van je bewijsstuk.
- Let op schrijffouten en op je zinsopbouw.
- Let op hoofdletters, komma en punten.
- Omschrijf kort maar duidelijk je probleem situatie.
=======================================================
Opdracht
U voert openingsrondes uit.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U stelt een dienstrapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 1.1.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• openen van de slagboom
• openen van deuren
• uitschakelen van het alarmsysteem en een melding maken aan de meldkamer.
• aandoen van de verlichting
• aanzetten van de verwarming
• signaleren en melden van storingen en incidenten.
Beperken van eventuele schade.
U onderhoudt voortdurend contact met de CP en de contactpersonen van het
bedrijf.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 1.2 en 1.3.
• Denk aan een openingsronde.
• Kies een situatie uit. Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen. Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
Objectbeveiliging
=======================================================
Opdracht
U voert brand- en sluitrondes uit.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U stelt drie dienstrapporten op.
Dit zijn 999 bewijsstukken 2.1, 2.2 en 2.3.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• controleren op de aanwezigheid en bruikbaarheid van kleine blusmiddelen
• signaleren van mogelijk brandgevaarlijke situaties
• uitzetten van apparaten
• controleren of deuren dicht zijn
• controleren op ongewenste personen en personeel dat overwerkt
• verlichting uitdoen
• waardevolle en/of vertrouwelijke informatie opbergen
• zonneschermen ophalen
• de alarminstallatie inschakelen
• checken of de brandmeldcentrale doorgeschakeld is
• controleren van de omgeving van het object.
Tijdens uw werk onderhoudt u contact met collega’s en met de CP.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit. U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 2.4 en 2.5.
• Denk aan een brand- en sluitronde.
• Kies een situatie uit.
Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
Objectbeveiliging
=======================================================
Opdracht
U voert controlerondes uit.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U stelt drie dienstrapporten op.
Dit zijn 999 bewijsstukken 3.1, 3.2 en 3.3.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• lopen van een interne controleronde
• lopen van een externe controleronde
• aanspreken van bezoekers en (tijdelijke) medewerkers op het naleven
van de regels
• toezicht houden op de naleving van het protocol m.b.t. werkzaamheden
door inhuur (bijv. schoonmaakdiensten)
• indien nodig personen de verdere toegang weigeren.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 3.4 en 3.5.
• Denk aan een controleronde.
• Kies een situatie uit. Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
=======================================================
Opdracht
U voert toegangscontroles uit.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U houdt een bezoekerslijst bij.
Dit is 9 bewijsstuk 4.1.
Beantwoord schriftelijk de volgende vraag:
• Noteer de verschillen tussen het toelaten van bezoekers en het toelaten van een
vaste leverancier.
Zijn bijv. de procedures anders?
Of is uw houding anders?
Dit is 9 bewijsstuk 4.2.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• registreren van bezoekers aan de hand van de bezoekerslijst/leverancierlijst
het scannen en registreren van ID-bewijzen
• controleren van bezoekers met behulp van x-ray, detectiepoort en of
handdetectie
• uitgeven van toegangspassen
• tonen van een veiligheidsfilm
• verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
• begeleiden van bezoekers, leveranciers of hen op laten halen
• in bewaring nemen van voorwerpen en deze registreren
• uitschrijven van bezoekers en innemen van passen.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 4.3 en 4.4.
• Denk aan een toegangscontrole.
• Kies een situatie uit. Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
=======================================================
Opdracht
U visiteert bezoekers en/of voertuigen.
U werkt samen met een collega.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
• U stelt een specifiek rapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 5.1.
Beantwoord schriftelijk de volgende vragen.
Dit zijn bewijsstukken.
A. Wat moet u doen als een bezoeker de visitatie weigert?
Dit is 9 bewijsstuk 5.2.
B. In welke situaties moet u de hulp van anderen inschakelen?
Beschrijf drie situaties.
Dit is 9 bewijsstuk 5.3.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• checken van de apparatuur
• uitleggen van de procedure aan de bezoeker
• visiteren
• afhandelen van onregelmatigheden
• opmaken en laten tekenen van een rapport.
Als u maatregelen moet treffen die u niet zelf kunt of mag uitvoeren,
vraagt u hulp van bevoegde personen.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 5.4 en 5.5.
• Denk aan een dienst waarbij u heeft gevisiteerd.
• Kies een situatie uit. Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
=======================================================
Opdracht
U voert alarmopvolgingen uit.
U doet dit verschillende keren.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U stelt een specifiek rapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 6.1.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• analyseren van de binnengekomen melding (bijv. brandmelding,
ongevallenmelding, inbraakmelding)
• noteren van de plaats van de melding en naam van de melder
• ter plaatse observeren van het incident
• zonodig via de CP inschakelen van hulpdiensten en/of interne contactpersonen
• afzetten van de locatie en sporen veilig stellen
• verlenen van assistentie bij ontruiming
• kalmeren van aanwezigen en eventuele gewonden
• hulpdiensten begeleiden naar de juiste plek.
U onderhoudt voortdurend contact met de CP.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 6.2 en 6.3.
• Denk aan een alarm dat u moest opvolgen
.
• Kies een situatie uit.
Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
Objectbeveiliging
=======================================================
Opdracht
U verleent hulp bij een ongeval.
U doet dit zo mogelijk meerdere keren.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U stelt een specifiek rapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 7.1.
Toelichting:
Denk bij deze opdracht aan een ongeluk of een onwel geworden medewerker.
Werkzaamheden kunnen zijn:
• inschatten van de ernst van het incident
• inschakelen van noodzakelijke hulpdiensten
• afzetten van het gebied (ook ten behoeve van later onderzoek)
• geruststellen van het slachtoffer
• toepassen van noodprocedures en eerste hulp
• assisteren op de centrale verbandkamer en/of op noodposten.
U werkt volgens het BHV-plan.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 7.2 en 7.3.
• Denk aan een incident waarbij u hulp heeft verleend.
• Kies een situatie uit.
Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest
doen. Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
=======================================================
Opdracht
U voert receptionele- en administratieve taken uit.
U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U beschrijft welke werkzaamheden u heeft uitgevoerd.
Dit is 9 bewijsstuk 8.1.
• U maakt (minimaal) één telefoonnotitie.
Dit is 9 bewijsstuk 8.2.
• U vult een ontvangst- of uitgifteformulier in.
Dit is 9 bewijsstuk 8.3.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• bedienen van de telefoon(centrale) en het maken van telefoonnotities
• uitgeven en innemen van sleutels en registratie daarvan
• ontvangen, registreren en verwijzen van bezoekers
• beantwoorden van vragen
• storingen aannemen en doorgeven
• pakketten van koeriers aannemen en afhandelen
• ziektemeldingen aannemen, registreren en doorgeven
• verwerken van post
• kopiëren van stukken.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 8.4 en 8.5.
• Denk aan een dienst waar u receptionele taken uitvoerde.
• Kies een situatie uit.
Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
=======================================================
Opdracht
U werkt op een CP. U doet dit tijdens verschillende diensten.
Eerst onder begeleiding en dan steeds zelfstandiger.
• U maakt (minimaal) één telefoonnotitie.
Dit is 9 bewijsstuk 9.1.
• U stelt een dienstrapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 9.2.
• U stelt een specifiek rapport op.
Dit is 9 bewijsstuk 9.3.
Toelichting:
Werkzaamheden kunnen zijn:
• aannemen van meldingen
• inschatten van de ernst van meldingen
• het afhandelen van meldingen; vaak zult u een beveiliger ter plaatsen sturen
• contact onderhouden met de beveiliger ter plaatse
• alarmeren hulpdiensten.
U bepaalt wat er moet gebeuren en gebruikt daarvoor de informatie die u heeft
verzameld.
U zorgt ervoor dat u overzicht heeft over de status van alle meldingen.
Tijdens uw werk houdt u contact met collega’s en hulpdiensten.
U raadpleegt geautomatiseerde systemen.
U werkt volgens een stappenplan en u gebruikt daarnaast
een checklist van geautoriseerde functionarissen.
Reflectie: wat heeft u geleerd?
U voert de volgende opdracht twee keer uit.
U schrijft de antwoorden op.
Dit zijn 99 bewijsstukken 9.4 en 9.5
• Denk aan een dienst op een CP.
• Kies een situatie uit.
Bijv. een moment waarop u niet meteen wist wat u moest doen.
Of denk aan iets dat u voor het eerst gedaan heeft.
• Beschrijf die situatie.
• Beschrijf wat u heeft gedaan en/of gezegd.
• Beschrijf hoe het is afgelopen.
• Zou u het de volgende keer weer zo doen?
• Zo niet, wat zou u anders doen?
Objectbeveiliging
=======================================================
Klik hier voor volgende pagina
Maak jouw eigen website met JouwWeb